Uitvaart met een gouden randje.

Helmich van DijkNieuws

‘Moeder is terminaal. We willen graag weten wat we al kunnen doen. Kun jij ons daar mee helpen?’

Dochter Jacolien belt mij met deze vraag. Het komt gelukkig steeds vaker voor dat familieleden al nadenken voordat een geliefde is overleden en wat er na overlijden dan moet gebeuren. Als de tijd er voor is, is het goed om alvast voorwerk te doen. Is er al een adressenlijst waar straks kaarten naar toe moeten worden gestuurd? Deze vraag kan al behoorlijk tijd kosten.

Met Jacolien neem ik zo enkele vragen door. De lijst met vragen wordt lang. ‘Zou je deze week alvast langs willen komen om met vader de vragen door te nemen?’

En zo komt het dat ik een dag later bij de familie Rook zit. Moeder ligt rustig op bed, niet meer aanspreekbaar. Het is duidelijk dat het naar het einde gaat. Niet wetend wanneer ik word gebeld dat ze is overleden, verlaat ik het appartement. De familieleden kunnen aan de slag.

Dezelfde dag ’s avonds laat belt Jacolien. ‘Moeder is net overleden. We bellen je maar vast. Straks lig je net op bed en dan moeten we je wakker bellen’. Ze heeft groot gelijk. De arts is nog niet geweest, maar we kunnen wel alvast het een en ander vastleggen. Mevrouw is toch nog onverwachts snel overleden. Het is goed zo.

De arts komt langs, de verzorging kan worden gedaan en we baren haar thuis op. Met mooie herinneringsfoto’s wordt ze omringd.

Er was gekozen voor een crematie. De afspraak in crematorium Kranenburg wordt gemaakt en de plechtigheid wordt de komende dagen steeds verder ingevuld.

De dag van crematie breekt aan. Mevrouw wordt in een witte rouwwagen via de mooie route door Genne overgebracht naar Zwolle.

Anja Bos uit Zwartsluis is gevraagd om de plechtigheid in woorden vorm te geven. Op een bijzondere manier neemt ze de familie bij de hand om het leven van mevrouw met woorden en muziek te illustreren.

Ook een oud-buurvrouw komt aan het woord. Ze hebben jarenlang naast elkaar gewoond, kwamen wekelijks bij elkaar koffie drinken en bleven dat ook doen toen de buurvrouw verhuisde. Deze bezoeken bleven doorgaan toen mevrouw terminaal werd. De buurvrouw vertelt dat Jeanette regelmatig in een dagboek las en dat ze vertrouwelijke gesprekken hadden over het geloof. De bijdrage werd afgesloten met het lied ‘Er is een God die hoort’.

Vooral dit gedeelte in de plechtigheid raakt me. Na de plechtigheid sta ik met meneer Rook, kinderen en kleinkinderen rondom de kist voor een laatste afscheid. Vele tranen vloeien en ook ik kan amper de emoties de baas. Het was een warm en liefdevol afscheid.

In de koffiekamer van het crematorium spreek ik nog even de buurvrouw. ‘Je was wel een vrouw in het ambt’, zeg ik tegen haar, wetend dat ze uit een kring van gelovigen komt, waar dat een punt is dat niet bespreekbaar is. Met een grote glimlach op het gezicht bevestigt ze dat.

Via de prachtige route door Genne rij ik huiswaarts vol met mooie herinneringen die nooit meer zullen weggaan.