Als chauffeur van een rouwwagen maak je soms bizarre dingen mee, maar ook hele leuke. Zo ook het volgende voorval.

‘Het is al weer jaren geleden dat ik in een gezin kwam waar een drieling was geboren’, vertelde Klaas, chauffeur rouwwagen, een stevig gebouwde man met een gezellige babbel. ‘Een van de drie kindjes redde het niet en is overleden.’

Klaas bracht er een mandje heen en koelelementen en op de dag dat de begrafenis plaatsvond, was hij de chauffeur voor het gezin.

Een tijd later werd een van de drieling, Jacky, verteld dat hij nog een broertje gehad heeft. ‘Echt?’ vroeg Jacky verbaasd, ‘en waar is hij nu dan?’ ‘Dat broertje is in de hemel en is door de Here Jezus opgehaald’, legde moeder uit. Jacky accepteerde de uitleg.

Nou wil het geval dat een tante in die familie ernstig ziek was en niet meer zelfstandig kon wonen. Het gezin nam haar liefdevol op in huis, aanpassingen aan de woning werden gedaan en zo kon tante bij kleine Jacky thuis worden verzorgd.

Dat is aantal jaren goed gegaan. Maar de ziekte was niet te overwinnen en tante overleed.

Klaas werd gebeld met de vraag om een kist te komen brengen. Klaas kwam en belde op het bewuste en voor hem bekende adres aan. Moeder was in de keuken bezig en Jacky hoorde de bel gaan. Jacky loopt naar de voordeur, doet de deur open en ziet er een forse meneer staan in een net pak.

‘Is je vader of moeder thuis?’ vroeg Klaas. ‘Jawel’, reageerde Jacky. Hij kijkt de meneer voor de voordeur nog eens goed aan en rent dan naar moeder toe.

‘Mam, de Here Jezus staat voor de deur en komt tante ophalen.’

Tja… een logische conclusie.